dinsdag 24 juni 2014

Ik mis de smaak.






















Het aantal televisiekoks en kookprogramma’s heeft wat mij betreft het kookpunt bereikt. Maar voordat dat kookpunt werd bereikt, begon het allemaal redelijk bescheiden. De zorgvuldige en precieze kok van Life & Cooking was altijd een hoogtepunt van het programma. Als je tijdens een interview aan Rudolph van Veen zou vragen om zijn manier van koken en bakken te omschrijven, zou hij antwoorden met: ‘Gewoon lief.’

Maar het begon langzaamaan te koken en Rudolph, Herman en vele andere televisiekoks zorgden voor een soort kookhype in de Nederlandse keuken. De amateurkok thuis ging na een kook –en bakuitzending linea recta naar het aanrecht om hetgeen te bereiden wat hij/zij zojuist op televisie had gezien. Geen crèmespoeling voor je haarkleur, zoals Rudolph, maar een hersenspoeling waardoor heel Nederland in de keuken ging staan.

Heel Nederland dacht te kunnen koken zoals de televisiekoks. Heel Holland bakte erop los, maar niet heel Holland bakte er iets van. De kookkunsten van de amateurkok bleven niet alleen in eigen keuken. Het moest uiteraard (ook) op televisie komen. En dat gebeurde. De titel ‘Beste Amateurkok’ of ‘Master chef’ stond zowel medium als rare gebrand op het netvlies van de kunstenaar-in-eigen-keuken. Kandidaten worden op de proef gesteld en de enige die mag proeven is de jury.

De zoektocht naar kooktalent is dagelijkse kost geworden. Ik word doodgegooid met kookprogramma’s als een soort smakeloos voedselgevecht. De spatels, pannen en keukenmessen vliegen me om de oren in een atmosfeer van gebakken lucht. Ik ben er gaar van.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten