woensdag 28 mei 2014

Rob tegen Rob.






















Rob
Hij is de enige echte man op televisie met werkelijk de groenste vingers die je maar kan voorstellen. Met al bijna 20 jaar ervaring mag hij zich gerust de oppertuinier van de Nederlandse televisie noemen. Door jouw voortuin nog groener te maken dan die miezerige grasmat bij de overburen, geeft ie een bitchslap aan het spreekwoordelijke groener lijkende gras aan de overkant. Iemand om de tuin leiden zit er bij hem niet in. Hij verzint telkens weer een exclusief ontwerp met exclusieve planten en bloemen voor jouw eigen achtertuin.

Rob Verlinden maakt van je semi moestuin een exotische jungle alsof de elfjes en feetjes van FernGully langs zijn geweest. Vol enthousiasme vertelt en presenteert Rob zijn speciale manier van plantjes poten zonder iets te verbloemen. Aan het einde van iedere uitzending heeft Rob je achtertuin veranderd in goud. Je tuin is nu een fortuin. Dankzij de magische goudgloeiende groene vingers van Rob, is je hele buurt jaloers. En met name die verrekte overburen met hun miezerige grasmat.

Rob
Man, man, man, man, man, man, man. Meer kan ik niet over ‘m zeggen. En meer kan hij zelf ook niet zeggen. Als zogenaamde smaakpolitie (geen idee wat dat moet betekenen) komt hij onaangekondigd je horecatent binnenlopen. Met een vluchtige doch onverstaanbare Jokertje-stem vraagt hij vrijwel direct: ‘Zou ik even een kijkje in de keuken mogen nemen?’ Vluchtig wordt dit: ‘Zouikeveneenkijkjeindekeukenmogennemen?’ Zonder wachten op antwoord van de horeca-eigenaar, loopt hij met z’n filmploeg door naar de keuken. Hij wast z’n kleffe handjes en doet z’n witte jasje aan. Het witte jasje transformeert Rob Geus in een soort bemoeierige en zeurderige marionettenpop. Het witte jasje laat ook z’n stem vervormen. Alsof hij een soort typetje doet. ‘Ranzig! Ranzig! Hier word ik niet vrolijk van! Ranzig!’

Als ik een horeca-eigenaar was, wist ik het wel. Gauw de deur uit met die vent die gaat vertellen wat hygiëne is. Rob is de jehovagetuige van de horecawereld. Hij praat veel, zegt eigenlijk niets en niemand zit op ‘m te wachten. En laat dat keurmerk ook maar zitten. Word ik toch niet vrolijk van. Man, man, man, man, man, man, man.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten